Een uitspraak van deze begenadigd auteur van wereldklasse zette me aan het denken. Niet iedereen krijgt immers de kans om zijn vruchten te laten gedijen, laat staan te tonen. Denk maar aan de ingenieur of arts die met haar gezin vlucht voor oorlogsgeweld en in een keuken als afwasser terecht komt - slecht of in het zwart betaald.
In deze tijden van politieke (in)correctheid is dit onderwerp echter levensgevaarlijk. Als je te kort door de bocht gaat, krijg je geheid een paar tonnen bagger over je heen, van welke kant dan ook. Ook als je niet te kort door de bocht gaat trouwens. Dus ik moet zwaar oppassen met wat ik zeg … Anderzijds: in 1e en 2e kan. had ik een prof Middeleeuwse Geschiedenis die ons inpeperde: ‘Jongelui, heb de moed van je overtuiging!’ Heel wat oorlogen zouden niet zijn gebeurd of alleszins totaal anders zijn gelopen als meer mensen waren opgestaan tegen wat ze als schrijnend onrecht ervoeren.
In het zeer interessante boek ‘Een tijd voor empathie’ belicht Frans de Waal (de Nederlands-Amerikaanse psycholoog, etholoog en auteur van onder meer ‘Chimpanseepolitiek’) zijn onderzoek naar de wortels van empathie en hoe en wanneer dit door mensen en sommige diersoorten wordt beoefend en … wanneer niet.
Vlaams filosoof Ignaas Devisch schreef een tijdje terug ‘Het empathisch teveel’, waardoor hij door tal van mensen - die het boekje vermoedelijk niet hadden gelezen - met de grond gelijk werd gemaakt. Devisch bereikt via puur redeneren echter hetzelfde besluit als de Waal: er is een grens aan onze empathie, of we dat nu fijn vinden of niet.
Dat inzicht brengt me terug bij de boutade van Paulo Coelho:
ja, we willen als zelfverklaarde intelligente wezens mensen graag eerlijk beoordelen.
En neen, we willen ze eigenlijk niet (ver)oordelen omdat ze zwart of blank, vrouw of man, ziek of blakend van gezondheid zijn. We willen echt, eerlijk waar, andere mensen ‘eerlijk’ beoordelen en dat doen we quasi intuïtief onder meer op basis van wat iemand bijdraagt aan onze maatschappij. De vruchten, dus. Vandaar uitspraken als: ‘ja, maar jij bent een goeie!’ wanneer een racist op zijn mening wordt aangesproken door een werkende of anderszins bijdragende gekleurde of andersgelovige medemens.
Mensen en hogere diersoorten houden niet van profiteurs, ook niet binnen hun eigen groep, en helpen relatief graag wie behoeftig is. Dit laatste evenwel, onder andere, op voorwaarde dat ‘ze’ niet te ver van ons afstaan én inderdaad bijdragen met wat in hun vermogen ligt.
Een situatie waarin een groep mensen de empathie en de vruchten - die het gevolg zijn van een bepaald stelsel van gewoonten, geloof, wetten, normen en waarden, studie, werk enzovoort - opeisen enerzijds, maar er naar het gevoel van (te) veel ‘autochtonen’ weinig aan hebben bijgedragen anderzijds, leidt bij deze laatsten tot een gevoel van onrechtvaardigheid. Hoe verder de normen en waarden van deze allochtonen afwijken van die van deze autochtonen, hoe minder hun empathie wordt geactiveerd. Op individueel niveau is empathie voor de meesten van ons in meerdere of mindere mate vanzelfsprekend, maar op strategisch of organisatorisch niveau botst het met onze instincten van wat een rechtvaardige verdeling inhoudt.
Onze politici houden er in onze supercomplexe wereld beter rekening mee hoe de aard van ons beestje is. Jazeker empathisch maar niet teveel en slechts onder bepaalde voorwaarden. De nieuwste wetenschappelijke inzichten zijn letterlijk levensbelangrijk om op verschillende niveaus faire wetten te maken. Onvoldoende inzicht in wat het teveel op het ene niveau betekent qua kosten voor het andere, leidt onherroepelijk tot onbegrip of onbehagen en bij sommigen het gevoel onrechtvaardig te worden behandeld. Beoordeel mensen dus gerust op hun vruchten als ze ook de kans krijgen die te kweken en te delen.
Op de hoogte blijven van onze blogs? Schrijf je hieronder in op onze nieuwsbrief!